"Als ik er één Meetjeslands product moet uitpikken, dan ga ik voor de appels”
Martine Vermeire is een bekend gezicht op de Huysmanhoeve. Als vrijwilliger spant zij zich al jaren in voor smaak in het Meetjesland. “We hadden vroeger het Culinair Genootschap en ik ben heel blij dat Sven De Wever van het Plattelandscentrum Meetjesland dit weer opgepikt heeft in de vorm van een smaakteam.”
Martine vindt het een uitstekend idee om met smaak verder te werken in onze regio. “Daar zijn heel veel verhalen rond te vertellen”, vindt ze. “Zo gingen wij eens samen koken in het rustoord van Kaprijke. Samen met de mensen daar maakten we preisoep en balletjes in de tomatensaus. Bij het bereiden van het menu kwamen de verhalen boven drijven. Zo begonnen mensen te vertellen over de wonderbaarlijke haringvangst tijdens de oorlog.”
Als bibliothecaris op rust beheert Martine samen met Christiana, Riet en de bibliotheek momenteel ‘de Academie van de Smaak’.
“Het begon met het bewaren van kookboeken die voor de bib afgeschreven waren en dus onbruikbaar geworden. Sindsdien verzamel ik met onze Academie van de Smaak oude kookboeken. We vragen de mensen om ze te mogen inscannen en te registreren waar ze aanwezig zijn.
Maar ook de titel van het kookboek en wie ze in bezit heeft, is al voldoende informatie om bij te houden.” Zo kon Martine oude reeksen van Solo, Vermicelli en Kwatta op de kop tikken, maar ook persoonlijke kookboeken van mama’s en grootmoeders zijn bijzonder interessant. “Bij het uitwerken van workshops kunnen we met de Academie van de Smaak dikwijls uitpakken met
unieke recepten. Elke maand trachten we een thema naar voor te schuiven. Zo werkten we de laatste keer rond aardappelen, maar ook groenten als prei of pompoenen doen het prima als centraal thema. We gaan dan op zoek naar de geschiedenis en proberen tal van recepten uit. Zo maakten we bij het thema aardappelen ook soep, brood en we gingen aan de slag met de zoete aardappel, die tegenwoordig ook perfect gekweekt wordt in onze moestuinen.”
“De fascinatie voor het koken is er altijd geweest”, getuigt Martine. “Ik heb de opleiding ‘kok’ gevolgd en ook vegetarische kooklessen gegeven. Ik kook graag. Ik eet graag. En als ik kook probeer ik altijd zoveel mogelijk met regionale producten te werken.”
Als we polsen naar het favoriete Meetjeslandse streekproduct hoeft Martine niet te lang na te denken: “Als je in de streek zoekt naar verschillende variëteiten aardappelen kom je bij vier verschillende soorten terecht. Dat is heel weinig, we zijn overal gaan zoeken want eten kopen is ook eten zien alvorens je het opeet. Nee, als ik mag kiezen dan zijn de appeltjes van het Meetjesland mijn favorieten. Dat zijn zeer goede producten. Zo een bedrijfsbezoek bij Van Eykeren in Watervliet is uitermate interessant.
Ook rond zuivel zie ik in onze regio wel leuke initiatieven die de moeite waard zijn. Zo vond ik het Livinushof in Sint-Margriete altijd een leuke plek.”
“Het verhaal op ons bord is ook vaak het verhaal van onze jeugd. We willen weten hoe rijstpap en karnemelk vroeger smaakte en ons die smaak herinneren. Ook de savooi en de rode kool, dat doet denken aan thuis toen iedereen nog een moestuin had. Ik hecht ook belang aan het eten van groenten in het juiste seizoen. Dan kan je je houden aan de producten van de streek en vaak zijn die groenten ook heel schappelijk van prijs. Ik bedoel maar, we kunnen beter geen verse tomaten in december eten.”
Deze aanvulling kreeg ik van Martine trouwens nog nagestuurd. Een aanvulling die veel, zo niet alles zegt. “Waar ik nog aan dacht bij Meetjeslandse smaak is toch vooral wat onze smaak typeert : de eenvoudige (moest het woord ‘Dagelijkse kost’ niet zo gecontamineerd zijn) smaak van dagelijkse maaltijden, smaken die tot stand komen door een aantal zaken samen te voegen, die mekaar versterken en/of voor een evenwicht zorgen in de maaltijd. Denk maar aan ‘toatjespap’ karnemelk en aardappelen, bloemkool met kaassaus, worst en rode kool. Terwijl ik net vliersiroop aan het maken ben, toch nog een smaak die alleen nog hier en daar thuis wordt gemaakt.”